Op 31 juli 1971 verlieten circa 500 Citroen 2cv’s de stad Parijs voor een tocht naar Persopilis in Perzië (Iran). Deze reis ging door Italië, Joegoslavië, Griekenland, Turkije en Iran. Op de kaart een rechte lijn, in werkelijkheid 13.500 kilometer stof, steentjes en modder. Op 15 augustus werd Persopolis bereikt, op 30 augustus was de karavaan terug in Parijs.
De rit was georganiseerd door Citroën voor ‘jongeren’ tussen de 18 en 30 jaar uit Frankrijk en Europa om ze in aanraking te brengen met de Citroën 2cv. Met succes, er waren 3.800 inschrijvingen waaruit 1.300 personen geselecteerd werden. De rit genereerde een hoop publiciteit en bewees weer eens de taaiheid van het lelijke eendje. Maar weinig eenden verschenen 'normaal' aan de start. De krijgsbeschilderingen varieerden van een eenvoudig dambordpatroon tot psychedelische versieringen, van camouflagekleuren tot tijgermotieven. Eén 2cv was zelfs voorzien van een complete tweede verdieping, waarin zich een donkere kamer (voor het ontwikkelen van de foto's) en een zolderslaapkamertje bevond.
De Turkse gastvrijheid was niet bepaald spreekwoordelijk. De wagens werden regelmatig met stenen bekogeld en ze konden niet stoppen of ze werden ingesloten door drommen bedelende Turken. Eenmaal over de Turks-Iraanse grens veranderde de stenenregen in een bloemenregen (toen nog wel...). Hoe moeilijk de tocht soms was blijkt wel uit de tekst die één van de deelnemers bij terugkeer achter op zijn kofferdeksel had geschreven: "Wat ik verricht heb, zou geen beest ter wereld mij nagedaan hebben" (uit 'De kleine prins' van Saint-Exupéry).
Bij deze schitterende, orginele filmbeelden van deze rit, helemaal retro. En ja, die zwarte kip was inderdaad meegenomen voor de verse eieren onderweg. Om de eenzaamheid van deze kip te doorbreken werd ze in Iran uitgehuwelijkt aan een vechthaan die in triomf mee teruggebracht werd.